Regelmatig worden vragen gesteld over de geldigheid van behaalde stralingsdiploma's voor radiologen, ook in het licht van het opleidingsplan Corona. Hieronder is door Simon van Dullemen, opleidingsverantwoordelijke stralingsonderwijs LUMC/Boerhaave Nascholing, de situatie op 13 januari 2017 weergegeven.
De eerste cursussen stralingshygiëne in Nederland (eind jaren ‘50) waren die in Leiden voor radiologen en radiotherapeuten (opgezet door o.a. prof. dr. H. Mellink, dr. Joh. Aten, prof. dr. L. van Putten en prof. dr. J.J. Broerse) en zijn tot op de dag van vandaag in een continue lijn voortgezet. Uiteraard is de opleiding wel mee-geëvolueerd met de vakinhoudelijke ontwikkelingen binnen de vakgebieden radiologie, radiotherapie en stralingsbescherming. De ogenschijnlijke breuk tussen de verschillende periodes (zie onder) is optisch en had andere redenen dan alleen inhoudelijke.
We onderscheiden vier perioden:
1. Vanaf de begintijd vijftiger jaren tot circa 1984: er werden al examens afgenomen en er werden certificaten uitgereikt op gezag van de cursusdirecteur (meestal één van bovengenoemde heren);
2. 1984-1995: het wettelijk erkende opleidingsstelsel is ingevoerd en radiologen en radiotherapeuten kregen bij voldoende examenresultaat het erkende diploma 4A/M voor radiologen respectievelijk radiotherapeuten;
3. 1995 -2015: radiologen en radiotherapeuten kregen bij voldoende examenresultaat het erkende diploma 3M voor radiologen respectievelijk radiotherapeuten;
4. Vanaf 2016: radiologen en radiotherapeuten krijgen bij voldoende examenresultaat het erkende diploma Stralingshygiëne voor radiologen respectievelijk radiotherapeuten.
Overigens hebben de achtereenvolgende Rijksgecommitteerden ons telkenmale verzekerd, dat behaalde stralingsdiploma’s en instituutscertificaten uit alle bovengenoemde perioden hun waarde blijven behouden.
Voor de volledigheid nog twee aanvullende opmerkingen:
1. Per 2016 zijn de nieuwe eindtermen van kracht. Recent hebben we in overleg met Ministerie VWS en het Concilium Radiologicum gesteld, dat radiologen opgeleid vóór 2016 die ook (eenvoudige, geprotocolleerde) diagnostische handelingen met open bronnen willen gaan doen, naast de daartoe geëigende “cross-over” cursussen ook een aanvullende stralingshygiënische training (een reparatiecursus, ook voor het verwerven van een deelcertificaat) moeten volgen in het kader van Nascholing (met afsluitende toets). Het betreft hier competentie-uitbreiding.
2. In het verleden, vóór het jaar 2016, hebben enkele radiologen in plaats van 4A/M voor radiologen of 3M voor radiologen het niveau-3-diploma behaald. Los van de vraag of dat vakinhoudelijk wel of niet correct was, is in diverse gremia (w.o. de Commissie Stralingshygiëne NVvR en de CORONA-werkgroep stralingshygiëne) uitgebreid besproken dat deze diploma’s ook worden geaccepteerd als afdoende stralingshygiënische scholing voor radiologen. Vanaf 2016 geldt als wettelijke eis de Cursus Stralingshygiëne voor Radiologen conform Regeling Deskundigheidseisen Radiologische verrichtingen. De niveau-3-opleiding is inmiddels getransformeerd tot de opleiding voor Coördinerend Deskundige.
Aanvullend overzicht dd 20-4-2018 waarin vergelijking tussen Hora en Corona wordt gemaakt.
Aanvulling mbt de vraag of een PA (physician assistant) zelfstandig bevoegd is om 'handelingen te verrichten op het gebied van de individuele gezondheidszorg met gebruikmaking van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende straling uitzenden'.