Achtergrond lijst radiologische proefschriften

Toelichting bij lijst tot en met 2016 van Nederlandse radiologische proefschriften[1] door Prof. (em) Dr. Ir. Frans W. Zonneveld

Zie op de website van de sectie Historie voor de meest actuele lijst. Klik hier.
 

Introductie

De proefschriftenlijst die sinds enkele jaren op de NVvR-website stond was rond 2003, op initiatief van de Historische Commissie, mede door middel van een proefschriften inzameling (1,2) en onderzoek in ons archief (3), opgesteld met het doel dat iemand zou gaan promoveren aan de hand van de radiologische ontwikkelingen in Nederland die in deze proefschriften[2] zijn vermeld. Dit is uiteindelijk de promotie van K.J. Simon geworden op 16 februari 2015 te Groningen (4,5,6). Deze heeft er echter voor gekozen om de periode 1896-1922 te beschrijven omdat vooral niet duidelijk was hoe de radiologie en radiotherapie zich in Nederland in die periode hebben ontwikkeld en waarom dat zo traag op gang is gekomen. En juist ook van die periode zijn er heel weinig proefschriften bekend. In onze lijst zijn dat er 31 (29 medisch en 2 niet-medisch). Bovendien zijn daar nog 12, en vermoedelijk zelfs 15, proefschriften bij die in het geheel niet over radiologie gaan.
 
De Historische Commissie vond het echter geen goed idee om een verouderde lijst op NVvR-website te hebben staan en heeft mij gevraagd een update van deze lijst te maken. De oude lijst bestond uit een deel met proefschriften van medici[3] die was opgesteld door Paul Algra. Deze lijst bevatte 418 proefschriften. Daarnaast had ik zelf een lijst opgesteld met proefschriften van niet-medici. Deze lijst bevatte 103 proefschriften, samen dus 521 stuks[4].
 
Nu ik van beide lijsten met hulp van de door dr K.J. Simon samengestelde lijst van proefschriften tot 1970, de pedels van Leiden en Utrecht, de universiteitsbibliotheek Leiden, collega hoogleraar C. van Kuijk aan de VU en het internet een update heb gemaakt blijkt dat we nu over een lijst beschikken van 1526 proefschriften[5] (1178 van medici en 341 van niet-medici). Aangezien er in de laatste tien jaar 442 medische promoties bij zijn gekomen blijkt dus dat de oorspronkelijke lijst van 418 nog eens met 336 promoties is aangevuld. Bij de niet-medische promoties zijn er in de laatste tien jaar 166 promoties bijgekomen hetgeen betekent dat de oorspronkelijke lijst van 103 dus nog met 72 promoties is uitgebreid. Bij de medische promoties waren 114 verschillende hoogleraren betrokken die iets met beeldvorming van doen hebben waarvan 80 in de radiologie, 10 in de medische beeldvorming, 4 in de medische beeldverwerking, 8 in de nucleaire geneeskunde, 4 in de cardiologische beeldvorming, 1 in de cardiologische beeldbewerking, 1 in de neurologische beeldvorming, 1 in de tandheelkundige beeldvorming en 1 in de beeldgestuurde radiotherapie. Van het totaal zijn er 18 werkzaam in het buitenland. Bij de niet-medische proefschriften waren 76 verschillende hoogleraren betrokken waarvan 41 ook betrokken waren bij de medische promoties. Van die 76 waren er 24 hoogleraar in de radiologie, 15 in de medische beeldvorming, 18 in de medische beeldverwerking, 7 in de nucleaire geneeskunde, 3 in de nucleaire fysica, 1 in de cardiologische beeldvorming, 1 in de cardiologische beeldbewerking, 2 in de tandheelkundige beeldvorming, 2 in de neurologische beeldvorming, 1 in de beeldgestuurde radiotherapie, 1 in de stralenfysica en 1 in de vaste stoffysica. Van het totaal zijn er 7 werkzaam in het buitenland. In dit artikel willen we ook iets laten zien van de statistiek[6] van deze lijst en gaan daarbij iets verder dan het overzicht dat Paul Algra destijds heeft gemaakt van zijn lijst van medici (7).
 
Allereerst moesten de criteria worden vastgelegd welke proefschriften wel en welke niet zouden moeten worden meegeteld. De Historische Commissie is het eens geworden over de criteria zoals hieronder vermeld. Daarbij hebben de volgende argumenten een rol gespeeld: A. Tel de proefschriften mee die duidelijk medische beeldvorming of beeldverwerking als onderwerp hebben waarbij radiologen of medisch fysici[7] een rol hebben gespeeld als promovendus, promotor of copromotor. B. Tel de proefschriften mee in de aan de radiologie gelieerde vakgebieden van de electrologie, radiotherapie en nucleaire geneeskunde omdat die in het verleden tot het aandachtsgebied van onze vereniging hebben behoord en er potentieel mogelijkheden zijn om dat, wat betreft de nucleaire geneeskunde, in de toekomst ook te doen. Bij de radiotherapie is het interessant om te zien dat deze steeds meer beeldgestuurd wordt, zelfs in real-time. C. Tel de proefschriften mee die de medische beeldvorming betreffen binnen vier vakgebieden die dit in eigen beheer doen zoals de cardiologie, de tandheelkunde, de gynaecologie en obstetrie en tenslotte de diergeneeskunde. D. Tel de proefschriften mee die zijn verschenen voordat de auteur lid werd van de NVvR.[8] Deze proefschriften hebben niet de radiologie tot onderwerp. Deze criteria betekenen dus wel dat we 269 radiologische proefschriften niet hebben meegeteld. Zij vallen in de klassen 4 en 10.
 
1: Promovendus behoort tot de radiologische beroepsgroep terwijl tenminste één promotor daar ook toe behoort (362+10)
2: Promovendus behoort tot de radiologische beroepsgroep terwijl geen der promotoren daartoe behoort (74+11)
3: Promovendus behoort niet tot de radiologische beroepsgroep terwijl ten minste één promotor of copromotor daartoe behoort (346+258)
4: Promovendus behoort niet tot de radiologische beroepsgroep terwijl geen der promotoren daartoe behoort maar de titel van het proefschrift wijst op gebruik van een door radiologen toegepaste vorm van medische beeldvorming c.q. beeldgestuurde interventie of een door medisch fysici toegepaste vorm van beeldbewerking (125+35)
5: Promovendus behoort niet tot de radiologische beroepsgroep op het moment van de promotie maar wel op een later moment in de tijd (In dit geval kan het zo zijn dat het proefschrift handelt over een onderwerp dat geen relatie met medische beeldvorming of beeldbewerking heeft) (38+4)
6: Promovendus is radiotherapeut, of in opleiding daartoe en/of ten minste één promotor is radiotherapeut (75+29)
7: Promovendus is nucleair geneeskundige, of in opleiding daartoe en/of ten minste één promotor is nucleair geneeskundige (115,5+14)
8: Promovendus behoort niet tot de radiologische beroepsgroep terwijl geen der promotoren daartoe behoort maar het is duidelijk dat de promotie plaatsvindt binnen één van de vakgebieden cardiologie (inclusief cardiothoracale chirurgie), obstetrie, diergeneeskunde of tandheelkunde en de titel aantoont dat er gebruik wordt gemaakt van een vorm van medische beeldvorming of beeldgestuurde interventie die binnen deze vakgebieden worden gehanteerd (170,5+13)
9: Promovendus behoort niet tot de radiologische beroepsgroep terwijl geen der promotoren daartoe behoort en de titel niet duidelijk aantoont dat er sprake is van een door radiologen toegepaste vorm van medische beeldvorming c.q. beeldgestuurde interventie of een door medisch fysici toegepaste vorm van beeldbewerking (108+18)
10: Noch promovendus noch promotor behoort tot een beeldvormende discipline, het onderzoek van de promotie maakt volgens de titel geen gebruik van beeldvorming (maar bij bestudering van het proefschrift blijkt dit wel het geval te zijn) en tevens is aan geen van de vorige classificaties voldaan (107+2)
11: Promotie betreft het vakgebied der electrologie en is voor of in 1959 verschenen (10+2)
12: Promotie betreft het vakgebied der radiobiologie (9+2)

Literatuur

Simon, K.J., Kingma, L.M.: Oproep, ‘oude’proefschriften gezocht t.b.v. historische beschrijving. MemoRAD 10-3 p. 29
Simon, K.J., Kingma, L.M.: Er kan nog meer bij. Een dankwoord en een aanvullende oproep. MemoRAD 10-4 p. 30
Kingma, L.M.: Een kijkje in het archief van de NVvR. Kort verslag van een bezoek door Kees Simon en Lucas Kingma aan het Nationaal Archief. MemoRAD vol 13-1 p.p. 19-21
Simon, K.J.: De wetenschappelijke ontwikkelingen in de radiologie en radiotherapie binnen de geneeskunde in Nederland 1896-1922. Erasmus Publishing (2015)
Wiechen, P.J. van: Interview met Kees Simon. MemoRAD vol 20-1 p.p. 39-40
F.W. Zonneveld , J.M.A. van Engelshoven, J. Vermeij: K.J. Simon. De wetenschappelijke ontwikkelingen in de radiologie en radiotherapie binnen de geneeskunde in Nederland 1896-1922. (boekbespreking) MemoRAD vol 20-1 p.p. 41-42
Algra, P.R.: Nederlandse proefschriften over radiologie. In: Rosenbusch, G.J.E., Panhuysen, J.F.M., Vellenga, C.J.L.R., Knecht-van Eekelen A. de: Van röntgenoloog naar radioloog (2002) p.p. 279-281

[1] Ook de lijst van oraties en afscheidsredes heeft een update ondergaan. Zie: P.M.
[2] Daartoe is er onder de NVvR-leden toen ook een inzamelactie van proefschriften geweest.
[3] Onder ‘medici’ worden hier ook de tandartsen en dierenartsen gerekend.
[4] Algra en Zonneveld zijn destijds door de Historische Commissie gevraagd om deze lijsten op te stellen. Zij waren op dat moment geen lid van deze Commissie. Zonneveld is dat sinds 2011 wel.
[5] Dit is exclusief de proefschriften van voor 1896 en exclusief de 60 proefschriften die 2015 reeds heeft opgeleverd (47 medisch en 13 niet-medisch)
[6] In de tijd gezien loopt de statistiek dus tot en met 2014.
[7] Lid zijn (of geweest zijn) van de NVvR (c.q. NVvER) is ook voldoende en/of het radioloog of medisch fysicus zijn (‘zijn’ of ‘geweest zijn’).
[8] Als gevolg hiervan staan er proefschriften van voor 1896 in de lijst maar die zijn niet gebruikt in de statistiek.