In februari werd binnen de NVvR de voorzittershamer overgedragen. Na drie boeiende en intense jaren nam Mathias Prokop afscheid en trad Jet Quarles van Ufford aan als nieuwe roerganger. Tijdens zijn voorzitterschap legde Mathias samen met zijn bestuursteam de basis voor de nieuwe strategische visie van de NVvR. Een terugblik: waar kwam zijn inzet vandaan en hoe kijkt hij naar de toekomst?
Behoefte aan collectiviteit
Mathias: “We zaten als radiologen behoorlijk vast. Door een samenloop van omstandigheden was ongeveer alle lucht uit het systeem geknepen. Jonge radiologen konden vaak niet aan de bak komen en door het vele werk kwam ons werkplezier serieus onder druk kwam te staan. Toen daar bovenop het percentage van (nacht-)diensten in de opleiding van toekomstige medisch specialisten werd bijgesteld, werd heel duidelijk dat er iets moest veranderen.
Daarnaast zag ik in de zorgsector drie grote bedreigingen die aangepakt moeten worden: een continue stijging van de zorgkosten, de commerciële uitbuiting van de zorg door o.a. Big Pharma en de naïviteit van vele consumenten die verwachten dat alles kan en alles moet, maar er niet voor willen betalen.
Een collectieve aanpak was in mijn ogen dus nodig om al deze uitdagingen aan te kunnen gaan, waarbij we onze beroepsgroep beter op de kaart konden zetten en vooral samen zouden optrekken om – vanuit onze gezamenlijke expertise – onze stempel te drukken op het zorgsysteem van de toekomst. Daar wilde ik me voor inzetten en daarom werd ik voorzitter.”
Met duidelijke rollen naar grote impact
Mathias: “De buitenwereld begrijpt niet altijd goed wat een radioloog doet. We zijn té onzichtbaar. Daarom hadden we in het Radboud UMC in Nijmegen al een eerste aanzet gemaakt voor de verschillende rollen die we als radioloog hebben. In de strategische visie ’21-’30 van de NVvR worden dit de ABCD-rollen genoemd: AInnovator, Behandelaar, Consultant en Diagnosticus. Hoe beter we die rollen uitwerken en uitvoeren, hoe duidelijker de toegevoegde waarde van de radioloog zichtbaar gemaakt kan worden.
Dat klinkt allemaal misschien eenvoudig, maar we hebben nog veel werk te verrichten om die rollen scherp te krijgen. Om te komen tot een stevige invulling denk ik dat we drie stappen moeten doorlopen. Allereerst moet onze basis op orde zijn en moet er een stevig fundament onder ons vak liggen. Vervolgens moeten we ons eigen handelen en de samenwerking met anderen gaan optimaliseren. En tenslotte moeten we radicaal gaan vernieuwen waar het kan. Dat laatste kan alleen maar als de eerste stappen zijn doorlopen.
Een prachtig voorbeeld van radicale vernieuwing vind ik de mammazorg. Daar is een geweldige verbeterslag gemaakt door primair te kijken naar wat een patiënt nodig heeft, in plaats van naar hoe het systeem werkt. Op een diagnostische mammapoli komt de radioloog daardoor op het juiste moment in beeld en de patiënt weet binnen de kortste keren wat er aan de hand is. Vanuit deze stabiele basis wordt radicale vernieuwing mogelijk door ook op een andere manier te gaan screenen: niet meer (alleen) via mammografie maar ook aan de hand van betere technieken zoals MRI of CEM, afhankelijk van het risicoprofiel van de vrouw. Hierdoor kunnen tot tweeënhalve keer meer tumoren worden ontdekt en zien we dat er in de tweede screeningronde geen tumoren met lymfeklieruitzaaiingen meer aanwezig zijn. Dat biedt waardevolle mogelijkheden voor minimaal invasieve, snellere, minder belastende en minder dure therapieën. Zowel de betreffende vrouwen als de andere betrokken artsen hebben hier vele voordelen bij. Voor mij is dit een treffend voorbeeld van de radioloog als (technische) vernieuwer, diagnosticus en consultant.
De toekomst: AI, poortwachters, samenwerking & werkplezier
Mathias: “Alle rollen van alle artsen zullen in de toekomst fundamenteel gaan veranderen. Kortom: het hele zorgsysteem moet volledig op de schop. Ik denk persoonlijk dat de zorgvraag de komende 20 jaar zal verdubbelen en dat de radiologie zelf vier keer zoveel werk krijgt. Dat krijgen we met dezelfde mankracht niet voor mekaar.
Ik voorspel dat Artificial Intelligence daarom een heel grote rol zal gaan spelen in het standaardiseren van wat gestandaardiseerd kan worden, zodat veel taken niet meer door mensen moeten worden uitgevoerd, en dat de Human Intelligence specifiek zal worden ingezet waar maatwerk vereist wordt. De grootste uitdaging voor alle huidige en toekomstige artsen wordt hierbij samenwerking: enerzijds met de AI-ondersteuning, en anderzijds met elkaar over verschillende specialismen heen. Iedere arts moet zich focussen op zijn specifieke toegevoegde waarde voor de patiënt en geloven in de multidisciplinaire aanpak om te komen tot de beste resultaten.
Met name voor de radiologie voorzie ik daarom in de toekomst twee cruciale verantwoordelijkheden. De eerste is die van AI-pionier. Die hebben we eigenlijk al, omdat we vanuit onze liefde voor techniek en door de hoge werkdruk al actief werken aan AI-oplossingen om de radioloog in z’n dagelijks werk te ondersteunen. Vanuit die rol kunnen we AI verder ingang laten vinden in de hele zorgsector. De andere rol heeft betrekking op samenwerking en is die van poortwachter tussen huisarts en andere specialisten. Hoe eerder de radioloog immers wordt ingezet voor diagnostiek, hoe gerichter en sneller er gewerkt kan worden aan een passende oplossing voor iedere patiënt.
Alleen met die combinatie van AI en samenwerking bouwen we met elkaar aan echte duurzame zorg: zorg die betaalbaar is en blijft, en geleverd wordt door tevreden professionals.”