'Iedereen bijna ziek' is de titel van het rapport van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) dat donderdag 17 april wordt aangeboden aan Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Jelle Ruurda, bestuurslid van de Federatie Medisch Specialisten.
In dit adviesrapport werpt de RVS een kritisch licht op de keerzijden van diagnose-expansie – de trend waarbij we steeds vaker, vroeger en laagdrempeliger diagnostiek inzetten.
De RVS wijst erop dat deze ontwikkeling het zorgsysteem onder druk zet, met risico’s op overdiagnose, fout-positieve uitslagen en onnodige zorgtrajecten. Bovendien verdringt het de zorg voor patiënten met concrete klachten schrijft de RVS. Deze signalen sluiten nauw aan bij zorgen die ook binnen de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) leven. Radiologisch onderzoek is iets vanzelfsprekends geworden: voor iemand die gerustgesteld wil worden omdat een naaste ernstig ziek is, voor een collega die een blinde darmontsteking niet wil missen bij een patiënt die pas 2 uur klachten heeft, voor het zekerheidshalve vervolgen van een toevalsbevinding op een onderzoek voor iets anders…
Naast bovengenoemde voorbeelden ziet de NVvR dat de vraag naar beeldvormend onderzoek op alle fronten toeneemt – zowel binnen screeningsprogramma’s als in de reguliere zorg. Tegelijkertijd groeit de capaciteit van radiologie afdelingen – in termen van mensen (laboranten, administratief medewerkers, radiologen), apparatuur en tijd – niet mee in hetzelfde tempo. Wachttijden nemen toe en de druk op zorgprofessionals is groot. Dit geldt niet alleen voor de radiologie, ook wachttijden tot operaties nemen bijvoorbeeld toe. Waarbij het steeds vaker gebeurt dat beeldvormend onderzoek moeten worden herhaald, omdat de termijn waarbinnen geopereerd zou moeten worden verstreken is en de vraag ontstaat of operatie nog wel de best passende behandeling is.
Dit vraagt om het maken van keuzes. De NVvR pleit daarom voor de juiste indicatiestelling bij radiologisch onderzoek: is het onderzoek wetenschappelijk sterk onderbouwd en is er aantoonbare meerwaarde voor de patiënt? Beeldvorming is van grote waarde, maar alleen wanneer het doelgericht en verantwoord wordt ingezet. Kritischer beoordeling van de werkelijke toegevoegde waarde van beeldvorming in richtlijnen, van de veelheid van controle onderzoeken tijdens of na behandelingen en van de daadwerkelijke implementatie op het moment dat het bewijs er is, is noodzakelijk.
Diagnostiek gerichter inzetten is essentieel om de capaciteit die er is zo goed mogelijk te benutten. Hierbij is bewustwording in de maatschappij tot slot van groot belang: het besef dat niet alles wat kan ook moet, zodat de ruimte die er is allereerst ingezet wordt voor patiënten bij wie wat écht moet ook kan. De oproep van de RVS tot meer terughoudendheid bij overmatige diagnostiek en screening onderstreept de urgentie van deze discussie. Zeker in tijden van schaarste is het essentieel om zorgvuldig om te gaan met zorgcapaciteit – ook in de radiologie.
De oproep van de RVS maakt duidelijk: Laten we bewust omgaan met onze zorgcapaciteit – voordat het vastloopt. En als we heel eerlijk zijn, is het in de radiologie en in de zorg dan niet al vastgelopen?
Eerder bracht de NVvR al standpunten over de capaciteitsdruk naar buiten:
- Zorgvuldig omgaan met zorgcapaciteit
- Vragen over krapte in de radiologie en aanvullende MRI-screening
Daarnaast speelt de NVvR een voortrekkersrol in innovatieve initiatieven rond het capaciteitsvraagstuk, waaronder:
- Landelijke Tijdlijn Beeldbeschikbaarheid
- AIFI