Op 9 oktober heeft er een algemene ledenvergadering van de NVNG plaats gevonden. Een van de agendapunten was de samenwerking met onze vereniging, de NVvR.
Op informele wijze kregen wij het bericht dat het voorstel dat ter stemming voorlag (optie 3), waarin een mandaat wordt gevraagd voor het verder verkennen en uitwerken van samenwerkingsscenario’s, is afgewezen. En dat met deze afwijzing het bestuur van de NVNG zich zal beraden over de gevolgen van deze afwijzing op de fusie van de opleidingen en de samenwerking met de NVvR.
Wij betreuren het als NVvR zeer dat het voorstel (optie 3) is afgewezen. De afgelopen jaren hebben diverse gremia binnen de NVNG en NVvR zich ingezet voor een goede samenwerking, met positief resultaat met als voorbeelden CvB, Concilium, commissie Kwaliteit en SWC-commissie. Een goede weg die we zijn ingeslagen en wat ons betreft een weg die we ook verder moeten bewandelen.
Het is niet de verwachting dat de RGS de opleidingen binnen afzienbare tijd zal gaan splitsen. Dit geeft ons een gezamenlijke verantwoordelijkheid naar de arts-assistenten in opleiding en jonge klare specialisten. Een goede samenwerking is hierbij onvermijdelijk en wat betreft de NVvR zeer wenselijk.
De visie van het NVvR bestuur is nog steeds om te streven naar één overkoepelende wetenschappelijke vereniging die recht doet aan alle disciplines die zij verenigt. Dit lijkt gezien de opstelling van de leden van de NVNG voorlopig geen haalbare kaart.
Op 10 december spreekt het NVvR bestuur het bestuur van de NVNG in ons periodiek bestuurlijk overleg. Wij zijn benieuwd naar de visie van het NVNG bestuur op onze samenwerking in het licht van de uitkomsten van de stemming van hun ALV zodat wij daar in alle openheid over kunnen spreken en ons kunnen beraden op de toekomst.